Almelo, 4 september 2017
Gasten bij de vierde editie in 2017 van Zakelijk Almelo op 4 september waren:
Jan Schuldink, directeur
van Löwik Bouw- en Betonbedrijf,
en Jan Albers, bestuursvoorzitter
van Koninklijke Ten Cate.
*Linda Hilberink, chef stadsredactie
van De Twentsche
Courant Tubantia, nam de
column voor haar rekening.
Op de zeepkist vroeg Petra
van der Kruyssen
aandacht voor de ondernemersbeurs
DOEN.*
Het gaat goed met de bouw.
Voor het elfde kwartaal op rij steeg de omzet van de sector.
Het orderboek van *Löwik
Bouw- en Betonbedrijf *zit goed vol, vertelde Jan Schuldink.
‘Soms moeten we zelfs nee
zeggen.’ Hij constateert dat de markt sinds een half jaar aan
het veranderen is. Onze
regio loopt in de ontwikkeling iets achter de rest, maar ‘we worden
overstelpt met vragen, uit
heel Nederland. Vaste klanten krijgen dan voorrang’.
Sinds 1 jaar is ‘baas van
de tent’. Jan Schuldink is vanaf 1997 werkzaam
bij *Löwik en sinds
1 jaar ‘baas van de tent’. ‘Dat* geeft een andere
verantwoordelijkheid, het
gevoel is wat anders. We hebben een platte
organisatie, we zitten tussen
de mensen.’
*Löwik ‘doet alles’
maar is vooral *utiliteitsbouwer en zit niet in de
woningbouw. Alle fabrieken
van Bolletje zijn bijvoorbeeld door de Almelose
bouwer gerealiseerd. Nu
is het bedrijf meer geconcentreerd op retail en
gaat men ook België
en Duitsland in. Niet om grote investeringen te doen
maar om te kijken ‘of we
daar continuïteit kunnen weghalen. De
aanbestedingsmarkt is er
een van pieken en dalen, daar zijn we goed in’.
Ook *Löwik leed onder
de recessie. In 2009 ‘*liep de calculatie droog’. Het
is een familiebedrijf, met
korte lijnen, dat maakt mensen ontslaan extra
moeilijk. En het is de overheid
die bepaalt wie je moet ontslaan, daar mag
je niet van afwijken. 2010
was ‘een dikke min’, tot 2015 schreef het
bedrijf ‘de nul’ en werd
niets verdiend. In dat jaar waren er weer kleine
zwarte cijfers. 2016 was
redelijk, aldus Jan Schuldink. ‘We zijn altijd bij
ons vakgebied gebleven.
Wij zijn bouwer, doen geen projectontwikkeling.
Onze vaste klanten bedienen
vinden we belangrijk.’
De bouw is een mannenwereld,
maar met weinig instroom. Volgens Jan
Schuldink is het imago van
de bouw door de recessie achteruitgegaan.‘Goede
krachten zijn altijd welkom.
We kunnen wel mensen aannemen maar je moet wel
zorgen dat je kwaliteit
binnenhaalt.
We moeten veel inlenen en
daarom af en toe een
aanvraag annuleren.
Op de bouwplaats moet het gebeuren.’
De column van Linda Hilberink
is na te lezen op www.zakelijkalmelo.nl
Mensen die hoog in een organisatie
zitten en richting geven zijn over het
algemeen voor financiële
kranten wel interessant, ‘maar de leuke verhalen
zitten in de bedrijven zelf
– stelt Jan Albers, bestuursvoorzitter van het al
sinds eind zeventiende eeuw
met Almelo verweven TenCate. Hij heeft geen
verleden bij TenCate en
is naar eigen zeggen met een schone lei begonnen.
‘Ik kon niet refereren aan
een verwachtingspatroon. Als ik naar de cijfers keek
in de beursomgeving zou
dat bedrijf volgens mij beter kunnen presteren.’
Sinds zijn aantreden bezoekt
hij daarom de bedrijven en probeert hij met
iedereen te praten, van
hoog tot laag. ‘Goed kijken en luisteren en een
idee krijgen wat er gebeurt.
Ik weet niet alles, de onderneming is te groot
om alles al te doorgronden.
Wereldwijd hebben we vijf divisies. TenCate was
ooit bezig met textiel.
Die kreeg het in Nederland moeilijk. Veel bedrijven
verdwenen, maar TenCate
is overeind gebleven door andere richtingen in te
slaan die wèl te
maken hadden met de oorspronkelijke kennis. Het is
ongelooflijk knap hoe ze
tot die portfolio gekomen zijn.’
Aan de hand van beeldmateriaal
schetste hij de producten en toepassingen
van de vijf marktgroepen
van TenCate, zoals die in kunstgras. TenCate is
wereldwijd leidend in kunstgrasgarens
voor sport. De markt voor landscaping
wordt volgens Jan Albers
‘enorm overschat. Die markt groeit veel harder dan
die van sport. Je komt zo
dicht bij dat natuurlijke gras. Aan de discussie
over kunstgras doen we niet
mee. Discussies zijn vaak ongenuanceerd. Ik
vind dat alle teams op dezelfde
ondergrond moetenspelen. Wij moeten ervoor
zorgen dat we zulk goed
kunstgras maken dat de voetbalwereld die omarmt. In
sport is kunstgras niet
tegen te houden’.
Andere marktgroepen van TenCate
ontwikkelen en produceren geosynthetische
materialen, materialen voor
de bepantsering van bijvoorbeeld voertuigen,
helikopters en schilden,
sterke en lichte composietmaterialen
voor met name aerospace, beschermende
en brandwerende kleding
voor brandweer, defensie (bijvoorbeeld het leger
van de VS) en piloten alsook
outdoorweefsels. Ook hierin is TenCate ‘een
ijzersterk merk’. Materialen
van TenCate zie je doorgaans niet, omdat ze in
het eindproduct of -systeem
zijn verwerkt.
Veel synergie tussen de marktgroepen
en technologieën ziet hij niet.
‘Naarmate de bedrijven zich
ontwikkelen gaan ze ook hun eigen producten en
markten ontwikkelen. De
mogelijkheden voor synergie worden steeds minder,
het zijn verschillende industriële
platformen.’ Ter vergelijking noemt hij
Philips. ‘Het is fantastisch
wat daar is gebeurd. Het is nu een bedrijf van
een paar honderd miljard.’
De aansluiting op de markt was niet optimaal:
Philips maakt fantastische
dingen, maar deze vercommercialiseren was een
ander verhaal. Ook de bedrijven
van TenCate kun je veel sterker in de markt
zetten. TenCate heeft wereldwijd
een sterk merk met Advanced Composites en
Grass. Dit moet meer marktgericht
worden ingezet. Daarvoor worden ook
mensen binnengehaald. ‘Door
meer vrijheid te geven en verantwoordelijkheden
lager in de organisatie
te leggen, gaat het veel sneller.’
Vorig jaar werd TenCate overgenomen
door Gilde Buy Out Partners.
Het is nu geen beursgenoteerde
onderneming meer. De beurs is volgens
de bestuursvoorzitter ‘een
achterhaald instituut. Als er morgen iets gebeurt,
verkopen mensen direct hun
aandeel en zakt het in. Het is opportunistisch gedoe’.
De nieuwe eigenaar ‘zit erin
om te kopen en verkopen, maar verwar deze
aandeelhouder niet met de
sprinkhanen, de private-equitybedrijven’. Het
gaat nu om grote investeringen
en een lange horizon. ‘In vijf tot zeven
jaar kunnen we veel doen.’
Jan Albers onderkent ten
volle dat er door de overname en ontwikkelingen
onrust onder de werknemers
is. Mensen worden onzeker en vragen zich af: wat
gebeurt er met ons bedrijf?
Met de COR zijn daarover afspraken gemaakt,
maar rust – ‘vergeet dat
in deze wereld’.
Zoveel is duidelijk: er zal
straks geen hoofdkantoor van TenCate meer zijn in
Almelo, maar vijf hoofdkantoren
elders. Dat is iets dat we volgens hem moeten
accepteren. Op lange termijn
zie je volgens hem bij alle conglomeraten dat ze
bezig zijn met vormen van
*disentanglement*: ontvlechting.
Twente heeft daarbij niet
automatisch een streepje voor. Aan
dergelijke beslissingen
liggen bedrijfseconomische argumentern ten
grondslag. De productiebedrijven
in Nijverdal worden door de investeringen
sterker en groter.
Ze maken hun bestaansrecht waar en ‘je kunt ze niet zomaar oppakken’.
|
Zie ook: http://www.zakelijkalmelo.nl |
|